duurzaam beleggen in opkomende markten kan wel

Zoals mijn trouwe bloglezers weten, ben ik altijd op zoek naar kleine en grote manieren om te verduurzamen. Duurzaam bankieren is een mogelijkheid die misschien nog wel meer impact heeft dan het vervangen van je gloeilampen. Wie duurzaam wil beleggen komt eigenlijk altijd uit bij de ASN bank of de Triodos bank. Zij hebben prima beleggingsfondsen, met een vergelijkbaar of zelfs beter rendement dan andere – niet duurzame – beleggingsfondsen. Dat bijvoorbeeld het ASN aandelenfonds het beter deed dan andere vergelijkbare fondsen kwam door hun principes: niet in banken beleggen, want die zijn niet transparant. En dus heeft dit fonds veel minder last gehad van alle bank-ellende van de afgelopen jaren. Duurzaamheid betekent niets minder dan minder risico. Het ASN aandelenfonds belegt ook in aandelen van bedrijven die relatief veel minder CO2 uitstoten, dus minder energie nodig hebben. M.i. is dit fonds dus minder kwetsbaar voor de volgende crisis: energieschaarste.

Tot zover het goede nieuws over deze duurzame fondsen. Het grote nadeel van deze beleggingsfondsen is dat ze voornamelijk in de westerse wereld beleggen. Natuurlijk als je in DSM belegt, beleg je indirect ook in de DSM activiteiten in Azië. Ik zelf zou liever gespreider beleggen en een deel van mijn geld ook in ’emerging economies’ steken. Tot voor kort was dit niet mogelijk op een duurzame manier. Robeco maakte wel reclame dat ze “steeds meer rekening houden met mens en milieu in opkomende markten” maar bij bestudering van de kleine lettertjes bleek dit niet veel voor te stellen. Dus gewoon je geld in mijnbouw, marionetbedrijven van Putin, ontginning van regenwouden, oliewinning in kwetsbare natuurgebieden, enzovoort en dat is wat ik absoluut niet wil. Overigens ben ik niet tegen economische ontwikkeling van opkomende landen (wat we vroeger derde wereld noemden). De armoede die je daarmee bestrijdt is een absolute vereiste in duurzame ontwikkeling, bovendien waarom zou de meerderheid van de mensheid geen recht hebben op wat wij hebben? Overigens lijkt Robeco wel bezig met het verduurzamen van hun fondsen, ze hebben een aantal duurzame themafondsen in samenwerking met SAM. Laten we hopen dat ze al hun fondsen verduurzamen, ook die in opkomende landen beleggen.

In het buitenland zijn er veel meer duurzame fondsen beschikbaar. Duurzame obligatiefondsen, een duurzaam vastgoedfonds (Sarasin), CO2 ‘arme’ indexfondsen, duurzame indexfondsen en ….duurzame fondsen die in opkomende markten beleggen. Een site die een goed overzicht van de vele duurzame beleggingsmogelijkheden geeft is: http://www.sustainable-investment.org/. Tot voor kort moest je om in een dergelijk fonds te beleggen een rekening in het buitenland openen…nogal omslachtig, tenzij je misschien vermogend bent en andere redenen hebt om bv. in zwitserland een rekening te openen. Doordat Alex een nieuw product heeft: fondsbeleggen, zijn vrijwel al die fondsen nu ook in Nederland beschikbaar. Als ze een duurzaam fonds nog niet hebben in hun assortiment, kun je het met een simpel emailtje aanvragen en binnen een paar dagen/weken is het fonds te koop via alex.nl!

Iedereen moet beleggen
Inmiddels is door de schuldencrisis wel duidelijk dat iedereen een potje voor slechtere tijden zou moeten hebben. Ook ‘zekerheden’ als een uitkering of pensioen zijn niet meer zo zeker. Sparen moet, maar op de langere termijn levert dat weinig op door inflatie en de -kunstmatig- laaggehouden rente. Erica Vandegaal en andere no-nonsense geldguru’s zijn erg voor het maandelijks inleggen in een wereldwijd beleggingsfonds. Het ASN aandelenfonds is daarvoor (m.i.) een prima keuze, maar nog beter is om dat aan te vullen met een duurzaam fonds in opkomende markten, zodat je wereldwijd belegt.

Bijvoorbeeld maandelijks inleggen:

50 euro in het ASN aandelenfonds
50 euro in het First State Global Emerging Markets Sustainable

(en dan gewoon 10-20-30 jaar niet naar omkijken, of de beurs nu omhoog of omlaag gaat)

Als je meer wilt beleggen en ook meer wilt spreiden kun je een mix maken van ASN aandelenfonds, Kempen Sense Fund (small en midcap), First State Global Emerging Markets Sustainable en First State Pacific sustainable. Dan heb je meer spreiding en meer regio’s en een mix van grote en kleine bedrijven. Wil je bijvoorbeeld ook vastgoed (zou ik niet doen de komende jaren, maar dat is een ander verhaal), dan kun je bv. kiezen voor Sarasin sustainable Real Estate en/of het Triodos vastgoed fonds. Verder zou je het kunnen aanvullen met wat fondsen die zich richten op een duurzame oplossing voor de energie, water en materialenschaarste zoals de Robeco SAM fondsen of het ASN milieutechnologiefonds.

Voorbeeldverdeling:

30 % ASN aandelenfonds
30 % First State Global Emerging Markets Sustainable
15 % Kempen Sense
10 % Sarasin sustainable Real Estate
15 % ASN milieutechnologie fonds

Tenslotte zou je ook kunnen overwegen om in duurzame energieopwekking te beleggen (als een soort alternatieve vastgoedbelegging), dus in windmolens en/of zonnecellen direct. Dat kan bv. bij meewind of via een lening aan een windvereniging. Zelf zonnecellen op je dak plaatsen is trouwens inmiddels ook rendabeler dan een spaarrekening (en ook rendabeler dan de beurs de afgelopen 10 jaar). En als je bank omvalt of als de euro verdwijnt, werken jouw zonnecellen nog steeds!

Disclaimer: ik ‘zit’ zelf in ASN fondsen en ga ook in andere bovengenoemde fondsen beleggen. Ik ben geen beleggingsexpert maar een amateurbelegger met 10 jaar ervaring, raadpleeg vooral ook websites als www.morningstar.nl

Hoe scholen en it-beheerders veel energie (en geld) kunnen besparen

Deze post is geschreven in het kader van de blog action day over klimaatverandering. In deze post stelde ik dat het tegengaan van klimaatverandering veel verder gaat dan een aantal tips om je CO2 uitstoot een beetje te trimmen. Maar het begint natuurlijk wel bij het laaghangend fruit en ik zie op de scholen en instellingen waar ik kom nogal wat laaghangend fruit. Ik beperk me even tot de computerzalen en computerlokalen, mijn blog gaat immers over onderwijs en ICT:

Electriciteitsmonsters
PC’s zijn echte energievreters. Een PC gebruikt al snel 80 Watt (vaak nog meer) en een beeldscherm erbij ook nog eens 60 Watt, maar systemen van 400 Watt komen ook voor! Gelukkig worden nieuwe computers steeds energiezuiniger, maar dan nog gebruiken ze veel elektriciteit. Punt daarbij is dat de computers op scholen de meeste tijd niets staan te doen. Soms zijn ze zo ingesteld dat ze na een paar minuten in ‘slaapstand’ gaan, maar vaak blijven ze dan nog steeds veel stroom gebruiken. Iets minder dan in actieve stand maar vaak nog wel een wattje of 10-140 (!!!). De stroom die computers en monitoren gebruiken wordt omgezet in warmte en die moet ook nog eens weggekoeld worden door de airco, wat nog eens een berg energie kost. Even voor je beeld een computersysteem dat 200 Watt gebruikt stoot elke 5 uur ongeveer 700 gram CO2 uit, iets meer dan een kilo per dag!

Wat kan je als school daaraan doen:

1. Stel de PC’s en de monitoren zo in dat ze in slaapstand gaan bij niet gebruik, maar als dit langer is dan zeg 10 minuten, schakel dan de boel helemaal uit.Het is belachelijk, maar veel monitoren gebruiken in slaapstand nog steeds 20-30 Watt, dat is toch een stuk of 5 spaarlampen wat mensen dan elke nacht laten branden, omdat ze er niet aan denken de knop in te drukken en de boel uit te schakelen.

2. Schakel sofware in die alle PC’s in het computernetwerk in een computerlokaal in een keer uitzet. Dit voorkomt dat de machines maar aan blijven staan als mensen klaar zijn met de les of nachten lang aan blijven.

3. Geef richtlijnen aan de computerdocenten en beheerders over het toepassen van punt 1 en punt 2. Zo geef je ook het goede voorbeeld aan leerlingen en studenten.

4.Beperk het aantal PC’s. In de nieuwe bibliotheek van Amsterdam staan een stuk of 200 PC’s en Imac’s. Harstikke mooi natuurlijk (vooral de Apples) maar eigenlijk echt niet nodig. De meeste PC’s worden alleen gebruikt voor een beetje surfen en tekstverwerking (en dergelijke). De huidige PC’s zijn veel te krachtig voor zulke taken en wat je kan doen is meerdere gebruikers laten werken op 1 PC. Je sluit dan 4 monitoren en vier toetsenborden aan op 1 machine en iedereen heeft zijn eigen stukje op de machine (virtualisatie). Je merkt er als gebruiker niets van. Gevolg: de hoeveelheid benodigde elektriciteit daalt met 75% en ook je aanschafkosten dalen met 75%! Als de openbare bibliotheek dat gedaan had met 100 machines, dan zou dat een besparing opgeleverd hebben van 75 maal 1000 euro aanschafkosten = 75.000 euro en een stroombesparing van 10 uur per dag maal 150 watt maal 75 machines = 112kWu per dag. Levert een kosten besparing op van 25 euro per dag, oftwel 7500 euro per jaar. Kan je toch een leuk feestje van organiseren. Ik verwacht trouwens dat de electriciteitsprijzen de komende jaren minstens zullen verdrievoudigen en dan worden deze bedragen nog veel hoger. U mag zelf de rekensom maken.

5. De serverruimte. In de serverruimte staan een hoop machines op een kluitje en die produceren een hoop warmte. Vroeger dacht men dat die ruimtes heel koel moesten zijn omdat de computers anders stuk zouden gaan. Dat is helemaal niet waar. De computers kunnen prima tegen een graadje of dertig (of zelfs hoger). Geen enkel probleem. Dus zet die koeling uit. Of beter nog, kijk of je die warmte kunt gebruiken. Zoals bij kassen in Noordholland.

6. Koop voortaan nog uitsluitend energiezuinige apparatuur (PC’s, monitoren, printers, beamer, etc.) . Let er op bij de aanschaf en vraag er expliciet naar bij u leveranciers. Dit is een kleine moeite maar het levert een jarenlange besparing op. Bovendien zet het de producenten van dit soort machines aan het werk om nog zuiniger apparatuur te ontwikkelen.

7. Hang een energiespiegel op die docenten en scholieren bewust maakt van hun energiegebruik. En dat het energiegebruik gewoon doorgaat, terwijl zij niet in de klas zitten als ze de boel aan laten staan.