Zelf je digitale lessen maken (op school)

Vorig jaar deed ik mee aan een elearning project waarin het doel was om een elo te vullen met digitale taallessen. In plaats van het kant en klaar kopen van een pakket als Muiswerk, gingen we met een groep docenten Nederlands op zoek naar geschikt materiaal en plaatsten we dat in een ELO.

Waar moet je rekening mee houden als je een dergelijk project gaat doen?

  • Kies een goede elo, niet alle elo’s zijn gebouwd voor of geschikt voor het maken van interessante digitale lessen 
  • Er is heel veel kant en klaar lesmateriaal te vinden wat je kunt ’embedden’ of naar kunt linken in je Elo. Variërend van hot potatoes oefeningen, tot allerlei taalgames, tot meer constructivistisch materiaal als het zelf maken van een krant of reportage. Ook interactieve video’s waarmee je songteksten leert typen, conversatietraining of het voorlezen van teksten.
  • Het zelf maken van educatieve spelletjes (zoals je leert in Gamescool) kan wel, maar is erg bewerkelijk. Slimmer om te concentreren op wat er te vinden is.
  • Voor basisniveau is er meer te vinden dan voor lesmateriaal op hoger niveau
  • Maak gebruik van ‘gamification’: bijvoorbeeld geef je leerlingen geen cijfers maar laat ze punten verdienen voor het doen van oefeningen. Hoe meer ze oefenen, hoe meer punten in plaats van (soms demotiverende)  cijfers. Gebruik de computer om leerlingen op eigen niveau te laten werken
  • De elo kan ingezet worden in uitvaluren
  • Het voordeel van het zelf bouwen is dat je de docenten direct betrekt bij het materiaal, het vraagt wel computervaardigheid om zelf je digitale lessen te kunnen bouwen
  • Scholen en docenten hebben veel baat bij een projectmatige aanpak van de implementatie van de ELO, dit is wel even wennen voor de meesten scholen en docenten omdat lesgeven een routinematige organisatie is (en projecten anders georganiseerd moeten worden)
  • Voor het elo project is betrokkenheid van management, docententeam en ondersteuning (e.g. ICT beheer) een voorwaarde.
  • Het zelf hosten van de ELO is niet verstandig, tenzij je beschikt over een zeer kundige en gemotiveerd interne ICT beheersorganisatie
  • De leerlingen vinden het geweldig. Dit project ging over Nederlands lesmateriaal, maar het kan net zo goed (of misschien nog wel beter) met andere vakken.

verschillende leerstijlen voor elearning

Deze tekst verscheen eerder op www.gamescool.nl/gamelog

Na amper twee jaar gedraaid te hebben met gamescool is het alweer tijd voor een grootschalige update! We vonden namelijk dat het beter kon, bovendien heeft Pauline Maas een nieuw boek geschreven gericht op het gamemaker voor het onderwijs, dat we ook willen gebruiken en was er een nieuwe versie van moodle die veel meer mogelijkheden heeft.

Wat waren de ‘bezwaren’ aan gamescool 1.o?

de leerstijl was nog te veel kennis verwerven en te lineair
– een aantal docenten legde de elo weg en ging alleen uit het boek leren
– de oefeningen waren veel werk (kosten dus veel tijd) waarbij een deel van de tijd verloren werd met niet essentiële dingen
– het vraagt veel discipline van de deelnemers om gemotiveerd te blijven als je elkaar en de docent niet in het echt ziet (of althans maar 2x en de rest in je uppie achter de computer zit.

Wat hebben we anders gedaan in gamescool 2.0?

– We werken minder met tekst en met veel meer verschillende leerstijlen: samenwerken in workshops, samen online discussiëren over  de lesstof, werkstukken aan elkaar sturen ter beoordeling en inspiratie en niet uitsluitend aan de docent
– Verbeterde vormgeving met geheel eigen graphics en sounds
– Veel meer korte instructievideo’s die men kan bekijken om te helpen met problemen met de stof (leerstijl: kunst afkijken)
– Korte oefeningen die alleen over de essenties gaan ipv lange tutorials doorwerken
– Betere navigatie in de elo, waar men af kan wijken van het lineaire pad. (bv als men een onderdeel al beheerst) en de deelnemer goed overzicht heeft van waar hij is.
– Meer samenwerken: sociale leerstijl
– Meer leerstijl verkennen, waarbij deelnemers creatieve opdrachten krijgen

Je kan nog inschrijven voor de gamescool die eind oktober start.

de ene ELO is de andere niet

Electronische leeromgevingen had je vroeger in 2 smaken. LMS en LCMS systemen. Learning Management Systems waren gebouwd om vooral de logistiek van de leerlingen te regelen (de rapportcijfers, roosters, lokalen, documenten over leerlingen, enzovoort), Learning Content Management systemen waren ontworpen om educatieve content (lesmateriaal) digitaal aan te bieden. In de loop van de tijd zijn de systemen naar elkaar toe gegroeid en spreekt men van ELO’s (electronische leeromgevingen). Alhoewel naar elkaar toegegroeid…afkomst verloochent niet.

ELO projecten: Moodle versus Magister versus Studieweb
Afgelopen jaar was ik betrokken bij een aantal ELO implementaties op middelbare scholen. Bij sommige scholen werkten we met Moodle en op andere scholen met systemen die oorspronkelijk gemaakt waren voor de schooladministratie en leerlingen-logistiek en nu uitgebreid zijn met content management. In dit geval was het Magister en Studieweb. Als je dan je digitale lessen gaat bouwen, merk je een groot verschil. In Moodle, dat ontworpen is  voor docenten om op vele manieren digitaal les te geven heb je een pallet van mogelijkheden. Van lesje-testje tot veel interactievere modules zoals het zelf opnemen van video’s met je webcam en het inspreken van je taal-uitspraak-oefeningen. En als je dan nog iets mist kun je je eigen mod (laten) bouwen.

SCORM is niet genoeg…
Bij de andere systemen liepen we vooral tegen beperkingen op. Je had de mogelijkheid om als docent je Word (of ander Office) document te uploaden (nou nou, wat een progressie in de digitale wereld!) of een Scorm file te bekijken. Scorm is aardig als standaard maar tsjonge wat beperkt! Door middel van diverse auteurstools kun je je eigen digitale lesje in Scorm maken…als het maar tekst + plaatje + meerkeuze vraagje is. Verder niets! Niets geen groepswerkmogelijheden, niets geen uploaden van eigen digitale content gemaakt door leerlingen noch portfolio’s bouwen of reageren op elkaars werk, geen groepsbrainstorm noch teksten inspreken of video’s opnemen, geen intelligente toetsing die verder gaat dan goed/fout. Scorm is leuk als je tekstje + plaatje + meerkeuzevraag digitaal wilt aanbieden. Vooral als je dat wilt doen op verschillende ELO’s (want ze ondersteunen allemaal Scorm), maar wil je iets interactievers of creatievers met je leerlingen doen, vergeet Scorm!

En dan merk je wel het verschil of je als school voor een systeem hebt gekozen dat oorspronkelijk als administratiesoftware is begonnen of voor software, zoals Moodle, die ontworpen is om digitale lessen mee te maken en geven. Kijk als voorbeeld eens naar een hoofdstuk uit het boek “Learning a second language with Moodle” . Wat een variëteit aan digitale werkvormen kun je creëren met Moodle. Nogmaals, dat kun je niet met SCORM en dus ook niet met ELO’s die hoofdzakelijk een Scormviewer aanbieden om je lessen in te vormgeven.

Keuze voor een elo
De keuze voor een elo moet daarom bij de docenten liggen, waarbij systeembeheer natuurlijk wel een stem mag hebben. Maar de belangrijkste vraag is: wat willen de docenten met de ELO gaan doen? Wat kunnen ze ermee?Daar wringt natuurlijk wel de schoen een beetje. Want als je de mogelijkheden van systemen niet kent, dan val je waarschijnlijk snel terug op het uploaden van lesjes in Word (of Scorm). Terwijl er zoveel meer mogelijk is, ook meer dan de voorbeelden die je hier ziet.

Ik kan alleen maar zeggen: ga op zoek naar materiaal en voorbeelden van goede digitale lessen. Als je taaldocent bent, kijk dan eens naar eerder genoemd boek. Ga na workshops, of naar Moodlebijeenkomsten. Doe een ICT cursus, lees interessante weblogs. Word een digitale lesbouwer! Je leerlingen verdienen het!

Taal- en rekengames

De komende maanden ga ik een project opstarten met een aantal scholen. Het doel van dit project is om online taal- en reken middelen te bundelen en/of ontwikkelen zodat er interessant lesmateriaal vrijkomt voor leerlingen (al dan niet met taal- en rekenachterstand). Kenmerken en doelstellingen van het project zijn:

  • in een ELO (elektronische leeromgeving)
  • iedere leerling werkt op eigen niveau (dus met toetsing en voortgangscontrole)
  • gebruik maken van de aantrekkelijkheid van nieuwe media en games
  • doorlopende leerlijn
  • met, met minimale, en zonder begeleiding te volgen door de leerling (dus ook inzetbaar tijdens ‘uitvaluren’)
  • verschillende soorten oefeningen (van drillen tot kunstzinnig en creatief)
  • gebouwd met input van de deskundigheid van leraren
  • voor (tegen) taal- en rekenachterstand
  • ontwikkeld materiaal wordt open source vrijgegeven
Een aantal scholen doet reeds mee, maar ik zoek er nog meer. Welke school/leraar wil aanhaken bij dit project? Stuur me een email of ga naar de contactpagina op www.wouterbaars.net. (Ook voor als je eerst meer informatie wilt).